Natuur en cultuur op de grens van land en water

Op deze plaats heeft u eerder kunnen lezen dat de oevers van enkele legakkers in de Gagel zijn versterkt. De natuur daar heeft af en toe een helpend handje nodig van ons, natuurbeheerders, anders zouden de legakkers onherroepelijk in het water verdwijnen. Daarmee zou fraaie natuur verloren gaan, maar ook een zichtbare herinnering aan de menselijke geschiedenis in ons landschap worden uitgewist.

De legakkers kunnen voorlopig weer tegen een stootje. Maar ook in een ander terrein van De Bovenlanden hebben we te maken met afkalvende oevers. Aan de Bovendijk liggen enkele mooi ronde kleiputten. Je kunt ze vanaf de weg goed zien liggen. De kleiputten zijn in vorige eeuwen ontstaan, toen bewoners van onze omgeving op lokale schaal klei weggroeven. Ze gebruikten de kalkrijke klei als meststof op schrale, zure veengronden of voor de bouw van dijken. Als je gedetailleerde topografische kaarten bekijkt, kun je tussen de Bovendijk en de Veldwetering een snoer van dergelijke putten zien liggen (zie www.topotijdreis.nl). Sommige zijn slechts zichtbaar als een kleine verwijding van sloten. Ze zijn ooit met de hand uitgegraven door onze voorouders. Er is wat afgezwoegd in de polder!

In de afgelopen maanden heeft het flink gestormd. Bovendien is het polderpeil verhoogd. Nu blijken de oevers van de kleiputten hier en daar af te kalven. Op luchtfoto’s van de afgelopen 20 jaar konden we zien dat de oevers soms wel een meter of 4 zijn opgeschoven. Als we niets doen, kunnen stukjes weiland op den duur worden weggeslagen en zijn de karakteristieke ronde vormen niet meer zichtbaar. Dan verzwelgt het water het land. In het klein zou dan hetzelfde gebeuren als wat in vorige eeuwen in het groot is gebeurd in de Ronde Venen: door turf-winning en stormen werden kleine petgaten grote meren, veranderde land in water. Zo ver willen wij het nu niet laten komen. Daarom hebben we een plan opgesteld om de oevers van de kleiputten te beschermen met een houten beschoeiing. De hoop en verwachting is dat zich dan spontaan een oevervegetatie gaat ontwikkelen, die bescherming biedt tegen de stormkracht. Ook hier willen we de natuur dus een handje helpen en zo de natuur- en cultuurwaarden behouden.

Of het plan kan worden uitgevoerd, hangt af van de subsidiemogelijkheden. We hebben de provincie en het waterschap benaderd.